Ik weet nog heel goed dat ik de allereerste keer aan stembevrijding deed. Ik vond het doodeng. We begonnen met namen zingen. Superongemakkelijk vond ik het. Maar het lukte. Althans, ik vond dat ik het best oké gedaan had.
Maar het bleef natuurlijk niet bij namen zingen. We moesten improviserend gaan zingen. In een groep vond ik dat nog best te doen. Ik kon mij verschuilen achter de andere deelnemers. En toen mijn stem wat op gang was gekomen vond ik ‘m best mooi.
Omstebeurt zingen…
Maar het onvermijdelijke moment kwam natuurlijk dat we omstebeurt moesten gaan zingen. We stonden in een kring en angstvallig observeerde ik hoe mijn beurt steeds dichterbij kwam. Toen ik bijna aan de beurt was, maakte de vrouw rechts van mij een luide diepe uithaal. Ze zong uit volle borst. Ik vond het ronduit intimiderend en alle moed die ik had verzameld om te zingen was in één klap weg.
Ik kon niets anders dan uitspreken wat er in mij gebeurde. Het was natuurlijk ook duidelijk zichtbaar aan mijn lichaamstaal. Ik kan mij niet meer herinneren hoe mijn beurt uiteindelijk verlopen is, ik weet alleen nog dat ik het óntzettend spannend vond.
De laatste avond
Wat ik me verder nog goed herinner van die eerste ervaring met stembevrijding, was de laatste bijeenkomst (het was een serie van vijf zondagavonden). Halverwege de avond werd de ruimte omgetoverd in een soort podiumopstelling. Een voor een mochten we voor het ‘publiek’ (de mede-cursisten) gaan staan en een solo zingen.
Nou, dat vond ik zó spannend dat ik nauwelijks met mijn bewustzijn in de ruimte kon blijven. Toch ging ik staan en liet ik mij begeleiden door de stembevrijder. Mijn verlangen om vrijuit te zingen was groter dan mijn angst om te falen.
Ik kwam wat aarzelend op gang, ik herinner mij er niet zo veel meer van, zo spannend vond ik het. Maar al zingende moet er iets zijn verschoven. Want het moment dat ik voor het eerst vrijuit zong, in vol ornaat, herinner ik mij maar al te goed. Hat staat in mijn geheugen gegrift. Wat was dat héérlijk om te doen. Zalig. En het klonk zo mooi. Iedereen kon dat horen, inclusief ik zelf.
Vrijuit zingen ís spannend
Ik krijg regelmatig mailtjes van mensen die wel willen zingen, maar twijfelen of ze het niet te spannend vinden. En dat snap ik. Want vrijuit zingen ís spannend.
Je stelt jezelf open, je laat iets horen van binnenuit. Dat vraagt moed. Maar juist daarin zit de bevrijding: dat je mag zingen mét je spanning, in plaats van ervan af te willen.
Spanning is eigenlijk geen probleem, het is energie. Energie die wil bewegen, trillen, leven. Als je haar probeert weg te drukken, hou je die levenskracht tegen.
Maar als je haar meeneemt, kan je energie gaan stromen. Spanning is eigenlijk leven dat hoorbaar wil worden.
Vrijheid begint bij spanning
Bij stembevrijding leer je om spanning niet weg te duwen, maar om erbij te blijven. Om te zingen mét je spanning: niet ertegenin, niet erbovenuit. En zodra je haar toelaat, merk je dat je er niet meer door overspoeld raakt.
En daarin kun je ervaren: ik kan zingen én bang zijn tegelijk.
Want…
Je hoeft niet eerst moedig te zijn om te zingen: het zingen zelf brengt je bij moed.
Je hoeft niet eerst ontspannen te zijn: het zingen brengt je bij ontspanning.
Je hoeft niet eerst vrij te zijn: het zingen maakt je vrij.